Scheiden kinderen

Ouderlijk gezag

In de wet is in artikel 1:247 van het Burgerlijk Wetboek het gezag over minderjarige kinderen geregeld. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder om zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding verstaat de wet de zorg en de verantwoordelijkheid (van de ouder) voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind.

Ditzelfde artikel omvat ook de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen. Het kind heeft dan ook na een scheiding of na het beëindigen van het geregistreerd partnerschap recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.

Ouderlijk gezag na een scheiding
Na de scheiding of na het beëindigen van het geregistreerd partnerschap houden beide ouders in beginsel het ouderlijk gezag over het kind. Je blijft dus beiden verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van de kinderen. Ouders hebben een onderhoudsplicht totdat de kinderen 21 jaar zijn.

Wil je na de scheiding geen gezamenlijk ouderlijk gezag? Dan kan je de rechter vragen om het gezag aan één ouder toe te wijzen. De rechter zal zich hier dan over buigen en bepalen wie van de ouders het gezag krijgt.

Mocht er sprake zijn van meerdere kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind afzonderlijk wie over het kind ouderlijk gezag krijgt. Een kind van 12 jaar of ouder kan de rechter verzoek of één van de ouders het gezag over hem/haar kan krijgen.

Gratis adviesgesprek

Neem contact op voor vragen of een gratis adviesgesprek.


    Wij nemen vandaag nog contact met u op.